Voor ons land eindigt het prehistorisch tijdperk in 57 v.C. met de uitgave van Keizer Ceasar’s gedenkschriften die ons de eerste inlichtingen over de Kelten in onze streken verschaffen. Onze kennis van de prehistorie is zeer beperkt. Nochtans is die periode het langst.
De eerste mensachtige zou op de aarde verschenen zijn 7 – 4,4 miljoen jaar geleden. De oudste tot nu mensachtige en dan spreken we over de moderne mens als primaat die gekenmerkt wordt door een rechtopstaande houding, tweevoetige voortbeweging, fijne handvaardigheid en gebruik van werktuigen, het complex taalgebruik en de uiterst geavanceerde en georganiseerde samenleving die gevonden is
dateert van 195.000 jaar v.C.
Wat erop neerkomt dat de prehistorie die aanvankelijk 600.000 jaar v.C. tot 4000 – 3000 jaar v.C bestrijkt niet meer lijkt te kloppen, aangezien wetenschappers en archeologen er wetenschappelijk van overtuigd zijn dat de eerste mensachtigen 7 miljoen jaar geleden gestorven zijn. In mijn vorige blog kon je lezen dat door uitroeiing en uitsterven van volkeren (mensachtigen) veel nevenvolkeren zich ontwikkeld hebben doorheen de tijd.
Dat de historische periode daarentegen een tijdspanne heeft van 5000 – 6000 jaar dus van 4000 – 3000 jaar v.C. tot 2000 jaar na Christus.
De verhouding was voor wetenschappers simpelweg 1 tot 100 wat wil zeggen dat de voorhistorische tijd 100 maal langer heeft geduurd dan de historische tijd reeds duurde.
Om het te vergemakkelijken gaat men de prehistorische tijd indelen in perioden:
Van 600.000 jaar (nu blijkt 7 miljoen jaar) tot ongeveer 10.000 jaar v.C wordt het tijdperk van de gehouwen steen (Paleolithicum).
Van 10.000 jaar tot ongeveer (afhankelijk van streken en gebieden) 2000 – 3000 jaar v.C. het tijdperk van de geslepen steen (Neolithicum).
Het Bronzen tijdperk in het Oostelijk bekken van de Middelandse Zee 3000 jaar v.C. in onze gewesten 2000 jaar v.C.
Het IJzeren tijdperk in het Oostelijk bekken van de Middelandse zee 2000 jaar v.C. in onze gewesten 800 jaar v.C.
Tot besluit na onderzoek kan ik enkel maar vaststellen dat na vondsten dat er gedaan zijn, dat er al van muziek sprake was in het Stenen tijdperk.
Aangezien de tot nu toe oudste speer uit hout met een stenen puntige kop gevonden is in 1994 in het Duitse Schöningen en 350.000 jaar oud is ga ik ervan uit dat in het Tijdperk van de gehouwen steen (Paleolithicum) muziek (geluiden en ritme) gebruikt werden om dieren te lokken en te communiceren. (Zie Oorsprong van muziek – oudste fluit ter wereld)
Met het gebruik en het vervaardigen van materialen voor jagers en aan de hand van rotstekeningen werden toen al stenen en hout gebruikt om
klanken voort te brengen en ritme te hanteren.
In het Royal College of Art (RCA) in Londen ontdekten wetenschappers dat de stenen van het uit de jonge steentijd stammende grafmonument Stonehenge in Wales (ongeveer 4000 jaar oud), ook klank kunnen maken.
Ze veronderstellen nu dat het niet alleen een grafmonument is geweest. Ze ontdekten dat de stenen/monolieten bijzondere muzikale eigenschappen hebben.
Ze klinken als een bel, trom en gong en ze produceren verschillende toonhoogten. Ze vonden ook bewijs dat er op de stenen is geslagen.
Dit wil dus zeggen dat uit het bestuderen van muziek bij de thans levende natuurvolkeren (ook wel primitieve volkeren genoemd) blijkt:
1) Dat er een zeer geleidelijke en langdurige ontwikkeling in de muziek heeft plaats gehad.
2) De muziek zou ontstaan zijn uit verscheidene activiteiten ( en dus niet uit één welbepaalde activiteit zoals wijsgeleerden hadden gedacht).
3) Uit verscheidene sociale functies, d.w.z. uit de behoefte voortvloeiend uit de levenswijze van een gemeenschap (er was muziek nodig bij magische of religieuze plechtigheden)
om arbeid te regelen.
4) Dat de eerste muziek de vocale zou zijn en dat de instrumentale niet allen tegelijk werden uitgevonden (door de ontwikkeling van de mens) zoals de legenden willen doen uitschijnen.