Men kan aannemen dat de Papoea’s in Nieuw – Guinea, De Indianen in Amerika, de Afrikaanse stammen en de Zuid Amerikanen bepaalde overeenkomsten vertonen met de voorhistorische mensen; men neemt aan dat hun muziek eveneens overeenkomsten vertoont met de muziek uit de voorhistorische periode.
Hoe is haar eerste ontwikkeling bij de hedendaagse natuurvolkeren?
Het antwoord op deze vraag is het antwoord op de vraag: Hoe zal deze muziek geklonken hebben en zich ontwikkeld hebben bij de voorhistorische mens?
Bij de hedendaagse natuurvolkeren staat de kunst (dus ook muziek) volledig in dienst van de gemeenschap, d.w.z. ze staat niet zelfstandig , maar wordt enkel bedreven omwille van activiteiten van de stam of de gemeenschap. De muziek wordt ook niet bedreven door enkelingen voor een publiek, maar de volledige gemeenschap neemt er deel aan.
Hierin herkennen we 2 opsplitsingen, het collectieve (door en voor de gemeenschap) en het functionele (de muziek heeft een welomschreven opdracht). Beide functies staan in het teken van Magie en arbeid.
Onder magie verstaan we: geloofsbezwering in geesten, bovennatuurlijke krachten en demonen, bezield zijn door voorwerpen, wapens, levensloze voorwerpen. Deze houding van de mens kwam voort uit het onwetende en onbekende oorzaken van natuurverschijnselen.
De magie is en was meestal verbonden met zang en dans. (men zingt al dansend)
De eerste ontwikkeling ervan berust op het beginsel van mimetisme (nabootsen van personen, dieren). Men dacht dat (veronderstelling naar de wetenschap bij nog levende natuurvolkeren) De hoedanigheid van nabootsing kon overgaan in eigen persoon.
Arbeid zal en is een regeling voor groepsarbeid. Deze (primitieve) muziek draagt vooral de eerste bouwsteen ritme met zich mee.
Wanneer men de stijl in zijn eerste ontwikkeling wil ontleden en bespreken, moet men alle bouwstenen in de muziek of in de muzikale compositie bestuderen.
- Ritme
- Melodie
- Toonsterkte
- tempo
- Samenklank
- klankkleur
Wat zou de stijl geweest zijn bij primitieve volkeren?
Dan gaan we terug naar de bouwstenen en starten we met stemvoering.
Een stemvoering tussen de verschillende stemmen onderling. Zo spreekt men van eenstemmig, meerstemmig.
Bij de natuurvolkeren spreken we dan van Monodie, wat zuiver eenstemmig is. Iedereen zingt of roept dezelfde toon. Parafonie, wat meerstemmig is, in de vorm van voor ons gekende kwinten en kwarten. Of tonen die niet zuiver zijn en dissonant (geen samensmelting) klinken. Heterofonie is dat een stem een melodie zingt waarbij een tweede stem dezelfde melodie zingt met versieringen tussen (zoals doorgangstonen of wisseltonen)
Deze stijl is een uitgangspunt is de eerste vorm van muzikale stijlen gebaseerd op nog levende primitieve volkeren. Waarbij men het eerste instrument in zijn bezit heeft. De vocale stem.